Morgen begint de Boekenweek, aloude traditie in letterenland. Boekpresentaties. Auteursbezoeken. Boekenweekgeschenk. Boekenweekessay. De interessantdoenerij op het Boekenbal is aan mij niet besteed: ik schrijf liever dan dat ik klets, netwerken vind ik meer iets voor vissers, dansen heb ik sinds de jaren tachtig alleen stiekem gedaan, en party dresscode? Wat een onzin.
Een zin uit de roman Een schitterend gebrek van Arthur Japin is uitgeroepen tot mooiste liefdeszin van Nederland:
‘Dit is het enige wat telt, lieverd, dat iemand meer in je ziet dan je wist dat er te zien was.’
Over die zin heeft ieder zo zijn mening. Zelf word ik er niet door geraakt, ik zie er niet echt schoonheid in, stoor me vooral vreselijk aan dat ‘lieverd’, maar goed. Mijn favoriete liefdeszin is de probatio pennae die een anonieme Vlaamse monnik in de elfde eeuw neerschreef:
Hebban olla vogala nestas hagunnan, hinase hic enda thu. Wat unbidan we nu
De verzuchting, het smachten, de ongewisse toekomst… Dit. Beroert. De. Ziel.
Het Boekenweekthema van dit jaar, daar heb ik wél iets mee. Eerste liefde. Ook ik heb die eerste liefde,* net als zovelen, mogen ervaren. Nee, wacht! Het was geen eerste liefde — het was een eerste verliefdheid, want de liefde in kwestie bleef onbeantwoord, en een onbeantwoorde liefde is feitelijk geen liefde. En – net als zovelen – heb ik lang met die onvergelijkelijke ervaring rondgelopen. De spreekwoordelijke rugzak. In die rugzak ontkiemde vele jaren later een verhaal. Een roman. Het meisje van mijn dromen had destijds drie jaar in mijn hoofd rondgespookt, zonder dat ik haar over mijn gevoelens durfde vertellen. Enfin, het is allemaal goed gekomen, maar een Eerste Liefde vergeet je niet snel, en omdat het Boekenweekthema van dit jaar nu eenmaal over die eerste liefde gaat, wil ik met de lezer delen wat ik erover te vertellen heb. Een alternatief Boekenweekgeschenk: het eerste hoofdstuk van mijn (ongepubliceerde) roman Tweede persoon enkelvoud.
* Ik permitteer me hier enige dichterlijke vrijheid. Mijn échte eerste liefde was muziek. Vanaf mijn derde levensjaar. Die liefde was wél meteen wederzijds. Haar naam? TopPop.
Prachtig stuk, ook van het interview met Lars de Brabander heb ik genoten. Leuke stijl van schrijven
Dank je wel, Tanja!