Selvær is een Noors eilandje dat zich volgens de lokale bronbeschrijvingen op ‘een haarbreedte’ van de poolcirkel bevindt. De naam zou verwijzen naar sel, Noors voor zeehond, maar de lokale inwoners van de Træna-gemeenschap, waartoe Selvær en enkele honderden andere, veelal onbewoonde eilandjes behoren, weten wel beter: zeehonden worden rondom het eiland zelden gespot; de Noorse groet Heil og sæl (‘heel en gelukkig’) geeft een plausibeler aanwijzing: wie vanaf het vasteland naar Selvær wilde reizen moest de zee op, en na een onstuimige boottocht van enkele tientallen kilometers, dwars door het zeegebied Trænfjorden, arriveerde men uiteindelijk heil og sel in de haven van Selvær.
Beter dan te spreken van ‘een eiland’, zou het zijn om te zeggen dat we ons op een eilandengroep bevinden, een archipel die bestaat uit een slordige vierhonderdvijftig stukjes boven de zeespiegel uitstekende, rotsachtige stukjes land — de meeste te klein, onherbergzaam of afgelegen om geschikt te zijn voor bewoning. Selvær is het noordelijkste deel van de groep eilanden, afgezien van een cluster onbewoonde eilandjes met namen die eindigen op -holmen en -øya, en tientallen naamloze spikkels in de zee die verder van geen betekenis zijn. De poolcirkel loopt dwars door de Trænfjorden, op de zesenzestigste breedtegraad, precies tussen Selvær en het nog geen kilometer zuidelijker gelegen eiland Buøya door.
Dit is het eerste verhaal in Onder literatoren, een nieuwe serie vraaggesprekken met schrijvers, op deze website exclusief (en gratis) te lezen. Lees verder: https://www.fredbaggen.nl/onder-literatoren-eilandportret/